Mozes deel 22

Luisteren


Lezen

Na een hele lange reis door de woestijn kwamen Mozes en het volk dan toch eindelijk bij de grens van het beloofde land. Iedereen was natuurlijk hartstikke nieuwsgierig! Mozes riep twaalf mannen bij zich, één uit elke stam. “Ga gauw kijken in het land,” zei hij. “Kijk of er bomen zijn en of het mooi is daar. Kijk ook of de mensen daar sterk zijn. En als er fruit is, neem dat dan ook mee terug.” 

De mannen gingen op pad. Ze zagen groene heuvels, rivieren en druiventrossen zo groot dat ze die met z’n tweeën moesten dragen! Maar… ze zagen ook grote steden en sterke mensen. Sommigen mensen waren zelfs zo groot als reuzen!

Na veertig dagen kwamen de mannen terug. Het volk kwam bij elkaar om te horen wat ze hadden gezien.

Mozes 046

Tien van de twaalf mannen zeiden: “Het land is prachtig. Zó mooi! Maar… er wonen ook reuzen. Het is super gevaarlijk daar en we kunnen het nooit van deze reuzen winnen.”

Het volk begon werd bang en de mensen begonnen zelfs te huilen. “Waarom heeft God ons hier dan naartoe gebracht? We gaan dood! Laten we teruggaan naar Egypte!”

Maar twee mannen, Jozua en Kaleb, waren dapper en riepen tegen de mensen: “Wees niet bang! God is met ons. Als Hij zegt dat we het land kunnen innemen, dan kunnen we dat ook!” Toch luisterde het volk niet en de mensen bleven bang en boos. Ze wilden zelfs een nieuwe leider kiezen en Mozes wegsturen.

O, oh, oh, wat was dat toch met dat volk. God was verdrietig. Hij had zo goed voor hen gezorgd, maar nu vertrouwden ze Hem weer niet. God zei: “Omdat jullie Mij niet vertrouwen, zullen jullie nog veertig jaar door de woestijn moeten reizen. Jullie kinderen zullen later het beloofde land binnengaan, maar jullie zelf niet.” Sommige mensen wilden tóch het land binnengaan, omdat ze dachten: We doen het gewoon zelf wel. Maar dat ging niet goed. Ze werden verslagen door de mensen die daar woonden. Toen begrepen de mensen het eindelijk: zonder God lukt het niet. Alleen als je op Hem vertrouwt, kun je echt verder komen.

Zo begon er weer een lange reis door de woestijn. Soms luisterden ze naar God, maar vaak maakten ze fouten. Onderweg kwamen ze andere volken tegen. Soms waren die vriendelijk, maar soms wilden ze Israël niet door hun land laten trekken. Dan moest het volk vechten. God hielp hen om te winnen, maar Hij wilde ook dat ze goed en eerlijk waren.

God bleef voor Zijn volk zorgen. Als ze dorst hadden, gaf Hij water uit een rots. Als ze honger hadden, gaf Hij brood uit de hemel. Hij liet hen niet in de steek. Overdag leidde Hij hen zoals altijd met een wolk en ’s nachts met vuur.

Maar toen maakte zelfs Mozes een fout. Toen het volk weer eens klaagde om water, werd Mozes boos. Maar hij wist ook dat de mensen bang waren. Daarom ging hij samen met zijn broer Aäron naar God en vroeg: “Wat moeten we doen? Het volk is bang en de mensen hebben dorst.”

God zei: “Neem je staf. Ga naar de rots. Spreek tegen de rots en er zal water uit komen.” Mozes nam zijn staf en riep het volk bij elkaar. Maar eigenlijk was hij te moe en ook te boos op de mensen. Hij riep:
“Moeten wij dan weer water voor jullie uit deze rots halen? En in plaats van tegen de rots te spreken, zoals God had gezegd, sloeg hij twee keer met zijn staf op de rots. Er kwam water uit en het volk kon drinken.

Mozes 045

Maar Mozes had natuurlijk niet goed naar God geluisterd. En dus zei God zei tegen Mozes: “Omdat jij Mozes, niet op Mij vertrouwde, mag jij het beloofde land niet binnengaan. Alleen Jozua en Kaleb zullen het land zien.”

Mozes was stil. Hij wist dat hij een fout had gemaakt. Hij had niet gedaan wat God had gevraagd.

Dat was verdrietig voor Mozes. Hij had het volk zo lang geleid. Maar hij bleef trouw en hij bleef de mensen helpen.

Het volk was nu bijna bij het beloofde land. Mozes klom op een hoge berg, de berg Nebo. Hij keek uit over het land en zag in de verte het beloofde land liggen. “Wat een prachtig land,” fluisterde hij.

God zei: “Je mag het zien, maar niet binnengaan. Jozua zal het volk leiden.”

En zo eindigt het verhaal van de woestijnreis. Een reis vol wonderen, fouten, vergeving en hoop. Want God blijft trouw, zelfs als mensen twijfelen. En het volk? Dat was nu klaar voor een nieuw begin.


Kijken