Luisteren
Lezen
Zwijgend luisterde het volk naar de woorden van God. Ze hebben hun God toen niet gezien, maar Zijn stem wel gehoord. God die de 10 geboden en Zijn regels bekend maakte. God wilde dat de Israëlieten zich aan die regels zouden houden. Ze mochten het nooit vergeten. Veel van de regels hebben wij nu ook nog, ook in onze wetten. Wij mogen ook niet doden, ook niet stelen. Toch?
Het volk zei tegen Mozes: “Alles wat de Heere heeft gesproken, daar zullen we ons aan houden”. Dat was mooi. Ze beloofden dus dat ze gehoorzaam zouden zijn aan God. En op dat moment meenden ze dat ook.
Maar die belofte hebben ze heel snel daarna toch verbroken. Luister maar…
Mozes was weer de berg op gegaan om met God te praten. De regels schreef God op 2 stenen. In de Bijbel staat de 2 stenen tafelen. God had veel te vertellen, want Mozes was al 40 dagen niet naar beneden gekomen. De mensen werden eerst wat ongerust, maar daarna ook ongeduldig. Waar bleef die Mozes nou… “Waar is Mozes gebleven?” vroegen ze elkaar. “Komt hij nog wel terug?”
De mensen werden bang en dachten dat Mozes hen misschien wel had verlaten. Of misschien leefde hij al lang niet meer. Dus gingen ze naar Aäron, de broer van Mozes, en ze zeiden: “Maak voor ons een god die we zien kunnen en die ons kan leiden, want we weten niet wat er met Mozes is gebeurd.”
Maar dat zou Aäron toch niet doen? Dat mocht toch niet? God had toch gezegd dat ze geen beelden mochten maken? Maar de mensen waren dat al weer vergeten. Ze wilden iets hebben dat ze echt konden zien. Ze wilden een god hebben die ze konden bekijken. Aäron had natuurlijk moeten uitroepen: “Nee, zijn jullie nou helemaal gek geworden, dat gaan we niet doen!” Maar nee, Aäron dacht even na en zei toen: “Breng al jullie gouden sieraden naar mij, dan zal ik voor jullie een god maken.” De mensen haalden hun gouden ringen, armbanden en kettingen tevoorschijn en gaven ze aan Aäron. Hij smolt het goud en maakte er een beeld van. Hij maakte een gouden kalf. Toen het gouden kalf klaar was, riepen de mensen blij: “Dit is onze god die ons uit Egypte heeft bevrijd!” Ze vierden feest, ze dansten en zongen rond het gouden kalf en ze brachten er ook offers aan.

Maar boven op de berg zag God wat er gebeurde. Hij was woedend, heel erg boos en zei tegen Mozes: “Ga snel naar beneden, want de mensen hebben iets heel verkeerds gedaan.
Ze hebben een gouden kalf gemaakt en aanbidden het alsof het een god is. Ik ben zo teleurgesteld, zo boos… Ik zal ze voor hun zonde straffen, ik zal ze allemaal doden!”
Mozes schrok heel erg en smeekte God om de mensen niet te doden. “Heer, wees alstublieft genadig,” zei Mozes. “Denk toch aan Uw belofte aan Abraham, Izak en Jakob. U beloofde dat zij heel veel nakomelingen zouden krijgen, zoveel als de sterren aan de hemel. Alstublieft, laat de mensen toch leven”.
Gelukkig luisterde God naar Mozes en Hij besloot de mensen niet te doden. Mozes ging snel de berg af, met de stenen tafelen waarop de Tien Geboden stonden in zijn handen. Toen hij bij het kamp aankwam en het gouden kalf zag, werd hij ook heel boos. Zo boos dat hij de stenen tafelen op de grond gooide en ze in stukken brak.

Mozes riep: “Wat hebben jullie gedaan? Jullie hebben een grote zonde begaan!” Hij nam het gouden kalf en verbrandde het in het vuur.
Mozes sprak heel streng tegen de mensen en zei: “Hoe konden jullie zo snel vergeten wat God heeft gezegd. Hij heeft toch gezegd dat we geen beelden mochten maken? We mogen alleen God aanbidden, geen beelden.” De mensen begrepen dat ze een grote fout hadden gemaakt en vroegen God om vergeving.
God verhoorde het gebed van Mozes en het volk en Hij liet Zijn volk gelukkig toch niet in de steek.
En zo leerden de Israëlieten een belangrijke les: ze moesten geduldig zijn en vertrouwen hebben in God, zelfs als de dingen moeilijk waren of als ze dingen niet begrepen. God maakte toen twee nieuwe stenen tafelen en graveerde daar de 10 woorden in. Hij schreef de 10 geboden dus zelf weer op en Hij gaf ze aan Mozes op de berg. En zo maakte God weer een nieuw verbond met het volk. Wat is God toch trouw. Hij is heilig en rechtvaardig en dus ook streng, maar Hij is ook een God van liefde en genade.